Home » Nieuws » Open brief aan de maan

Open brief aan de maan

Geplaatst in: Nieuws 0

Home of the Light – Blog 5

Op 15, 16, 22 en 23 december geeft Kamerkoor JIP concerten over de viering van de geboorte van het licht in de duisternis, met muziek van louter vrouwelijke componisten, samen met celliste Emma Kroon, schrijfster Lass van Strien en beeldend kunstenaar Barbara Ilse Petzold Horna. In twaalf blogs onderzoekt dirigent Imre Ploeg wat de abstracte wereld van de nacht, de kwaliteiten van midwinter en kerst en vrouwelijkheid voor hem betekenen, en reageert hij op de teksten die klinken in de muziek.

Een open brief aan de bijna volle maan
1 november 2017

Lieve maan, 

Vandaag keek ik sluimerend naar de live uitzending van het debat over het regeringsakkoord van Rutte III. Nadat ik tijdens de lunchpauze clubjes tweedekamervrouwen zag praten met de voorzitter, gingen na de onderbreking de stropdasheren verder met hun gebruikelijke gekibbel over vennootschapsbelastingen, moslims, poldermodellen en andere theekrans-onderwerpen, die (net als de zwartepieten discussie en het debat over feminisme) tegelijkertijd dwingend belangrijk én oeverloos irritant kunnen zijn om naar te luisteren.

En daarom richt ik me tot jou, lieve maan – omdat jij me wellicht kunt helpen. De afgelopen nachten droomde ik vele dromen, waarschijnlijk omdat ik per ongeluk de centrale verwarming aan het laten staan bij het slapen gaan. Ik droomde grote, meeslepende dromen en kleine prutsdroompjes en erotische dromen en ridderverhalen en kleurrijke dromen en al die dromen hadden één ding gemeen. Ik ben ze straal vergeten. Dus vroeg ik mij af, lieve maan, of jij ze misschien hebt onthouden en aan me wilt vertellen?

Ik weet niet zeker of ik me tot jou moet wenden, maan, want je hebt het vast al druk en zwaar genoeg. Ik kan me voorstellen hoe jij te lijden hebt. Want als ik zo ’s middags uit het raam kijk dan weet ik dat je misschien wel schijnt, maar niet gezien wordt omdat je ex-man, de zon, sterker schijnt dan jij. En terwijl de zon in regelmaat tot mij mag schijnen, ben jij zo nu en dan totaal verdwenen ’s nachts. Ik heb geen idee waar je dan uithangt, maan, maar soms denk ik wel eens dat je op de vlucht bent. Op de vlucht voor de zon. Op de vlucht voor je ex. Want hij, de man die ik niet eens aan kan kijken, probeert je telkens weer te pakken te krijgen. Ik vind de zon soms maar een afstandelijke schurk eerlijk gezegd, lieve maan.

Nu zul je je vast afvragen waarom. De zon zorgt tenslotte voor mijn zicht, voor mijn energie, voor de warmte. En hij voorkomt ook nog mijn tekort aan vitamine D. Maar waarom ik zo’n godsgruwelijke hekel kan hebben aan de zon is om zijn verwaandheid, zijn arrogantie. We mogen hem weliswaar aanbidden; hij wil zich bijna constant aan ons etaleren. Iedere morgen komt ie als een blije lul de hoek van mijn slaapkamer binnen met bijna tomeloze energie. En daar wordt ik zo moe van. Want tegelijk mag ik nooit naar hem kijken.

Als hij wat minder aanwezig is zal ik bij de dokter smeken om vitamine D, maar als de zon de volgende lente weer parmantig komt aandraven en laten zien hoe ‘ie toch alles in zo schoon in bloei brengt, is hij te arrogant, te kleinzerig om zich in de ogen te laten kijken en ook maar een greintje kwetsbaarheid te tonen. Met z’n ster-allures brengt hij mij in m’n bewustzijn van de dag. En dat bewustzijn, waarin ik kijk naar Buma, Klaver, Rutte en Wilders is helaas niet altijd om aan te zien.

Ik snap dan ook wel waarom de zon zich niet altijd graag in de ogen wil laten kijken. Hij creëert tenslotte tijd en daarmee realiteit en werkelijkheid en dat zijn, zoals je weet lieve maan,  dikwijls felle gedrochten van de ziel. Ik vind het geen wonder dat je hem hebt verlaten en verliefd werd op moeder aarde. Moeder aarde en jij, o lieve maan, zijn wat ik ware liefde noem…. zoals de wateren van de aarde zich telkens weer naar de restanten van jouw wateren bewegen. Zoals de vrouwen van moeder aarde zuchtend verlangen naar jouw wende. Zoals de maan en aarde beiden licht geven omdat ze reflecteren.

Ja, omdat ze reflecteren. Omdat ze ontvangen. Ik vind het zo ongelofelijk romantisch, lieve maan, dat jij je eigen licht niet kan onthouden en telkens weg laat glippen, zoals ik van een vrouw kan houden maar vergeet wat de kleuren van haar ogen zijn.

En ik zie jullie telkens naar elkaar verlangen. Wij mensen zijn dat vaak vergeten. We zien wel hoe jij telkens weer opnieuw een sliertje licht bent slechts. En dan verlangen we naar jouw volheid, o volle, volle maan.

Niet omdat we weten wat gaat komen, maar omdat we met jouw volle maan even mogen vergéten, opdat we kunnen dromen.

Vergeten, zodat we kunnen huilen als wolven met lange schaduwen, van jou. Maar maan toch, ik weet ook wel dat jij telkens weer naar de aarde kan verlangen. Het verlangen van een aarde die donker kleurt voor jou. Ja maan, verlang je op dat moment niet het meeste? Is het verlangen, de ware liefde niet het vergeten hoe de aarde er uit zag en daardoor kunnen verbeelden hoe de aarde liefde is? Met haar machtige bloed van de lava onder de vulkanen? Met haar smachtende zeeën en stille donkere heuvels van geheimzinnige schaduw?

Lieve maan, je hebt de zon verlaten. Hij heeft je verminkt en je gezicht gevuld met kraters. Maar de macht van de zon is nooit zo sterk als de spiegels tussen twéé die samen één willen zijn. De maan en de aarde, die uit elkaar zijn geboren, als Adam en Eva. In het holst van de nacht, in de vergeten werelden, stroomt het van verlangen. Verlangen zoals ik ook verlangde naar mijn dromen. Waarin de katten van Freya de wolken berijden. Waarin de blauwe wateren, de gele zon en de groene mengtinten van de landen van de werkelijkheid der tijd plaatsmaken voor een blauw licht met een rode zee. Een dans van rood en blauw. Van de slapende lava met de krachten stralen van de vergeten planeten. Samen vormen ze bloemen in de tuin van de nacht. In de tuinen van het hof van Eden.

Lieve maan, laat je liefdesverhaal met moeder aarde maar nooit compleet worden. Nooit bekend. Blijf zwijgzaam verlangen in het donker. Want daar zit de liefde, zoals mijn ziel verlangt naar de ongeziene zwarte ringen in de ogen van de vrouw.

Dus breng mij dromen, lieve Maan. Ik zal ze weer vergeten. En als je weer verschijnt dan beloof ik dat ik stilletjes naar boven zal kijken. En zal vergeten en daardoor weten dat ik leef.

Liefs, een klein mens op aarde,
tussen de lavendel neergeknield,
wachtend op niets eigenlijk.